276 14 FEBRUARI 1935. bewuste voorwaarde voor het geven van gesubsidieerde Marktconcerten. De socialisten zullen evenwel zelf het tijdstip bepalen, waarop zij het „Wilhelmus" zullen spelen zij laten het zich niet opdringen. De VOORZITTER Als er iets juist is gebleken, dan is het wel het nemen van dezen maatregel, waartoe men als gemeentebestuur het volle recht had en die allen, die de eenheid van het Nederlandsche Volk voorstaan, moeten toejuichen. De heer MEIJVIS verklaart, dat er inderdaad bij de socialisten in principe geen bezwaar bestaat tegen het spelen van het volkslied, maar zij laten zich niet daartoe dwingen zij zullen het volkslied spelen, als z ij den tijd daarvoor ge komen achten. De VOORZITTER Waarom zou men ten aanzien van Uw vereeniging een uitzondering moeten maken en andere wèl daartoe verplichten De heer MEIJVIS Voor de concerten van de Stafmuziek van het 6de Regiment Infanterie en van muziekvereenigingen van buiten de stad is het toch ook niet voorgeschreven. Daarbij komt, dat het „Wilhelmus" nog geen ingang heeft gevonden bij het volk. De heer VISSER zegt, dat nog te veel wordt gehandeld naar de leus „Voor Oranje is tegen Rood". Als jongen te Leeuwarden school gaande, heeft het Spr. toen al diep getroffen, dat bij Oranje-feesten groote volksmenigten, „Oranje boven" zingende, kroeg in, kroeg uit liepen en de ruiten ingooiden bij lieden, die als socialist bekend stonden. Spr. voor zich is er echter van overtuigd, dat de Oranje figuur in feite aan den kant der S.D.A.P. staat en dat, als het ooit zoover mocht komen, het lijf der Landsvorstin in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 276