278
14 FEBRUARI 1935.
Hoofdstuk VIII wordt vervolgens in zijn ge
heel goedgekeurd en vastgesteld.
HOOFDSTUK IX. ONDERSTEUNING AAN BE-
HOEFTIGEN EN WERKLOOZEN.
De heer VAN HOUTEN zegt, dat hij niet veel over dit
onderwerp behoeft te zeggen. Spr. heeft 'n circulaire in zijn
bezit, welke uitkomst geeft in deze benarde tijden. Een
zekere Meijer is de man in deze stad, die beweert met een
handomdraaien de crisis te kunnen opheffen hij zegt Be
steedt alle steungelden aan de Arbeidsbeurs, stuurt de werk-
loozen naar de werkgevers, leg 9 of meer gulden op het loon
toe en de werkloosheid is de wereld uitSpr. stelt voor,
dezen man eere-burger van Breda te maken. Maar, alle
scherts ter zijde er zijn tegenwoordig maar al te veel
kwakzalvers op economisch gebied. De Gemeente kan daarop
weinig bereiken, omdat zij aan handen en voeten gebonden
is aan de maatregelen der Regeering. Spr. zal daarom slechts
één enkel punt aanroeren en wel de zorg voor de jeugdige
werkloozen, omdat voor deze, nog veel meer dan voor de
andere, werkloosheid ondergang beteekent. In een uitvoerig
betoog dringt Spr. er op aan, nu ook de poging van R.K.
zijde ondernomen is mislukt, hier het voorbeeld van Gro
ningen na te volgen, waar samenwerking tusschen alle po
litieke richtingen bestaat en men de jeugdige werkloozen
met succes nuttige gebruiksvoorwerpen laat vervaardigen.
Van de opbrengst dier voorwerpen kan eenig zakgeld aan
de jeugdige werkloozen worden verstrekt. Spr. doet ten
slotte een ernstig beroep op allen Raad, Burgemeester
en Wethouders, vakorganisaties en inwoners van Breda
om de werklooze jeugd te redden van den ondergang.
De heer KROONE heeft aan het betoog van den heer
V a n Hout e n niet veel toe te voegen. Spr. heeft er eer
gisteren al op aangedrongen iets voor de werklooze jeugd