280
14 FEBRUARI 1935.
van 205.— voor ontspanningswerk, dat door bijdragen van
particulieren werd bijeengebracht.
Mijnheer de Voorzitter, nu wordt er in dezen crisistijd
zoo geklaagd over den financieelen en moreelen nood, waar
in vooral de jeugdige werkloozen verkeeren, en er wordt
een voortdurend beroep gedaan op de Overheid en andere
instanties om hulp te verleenen aan deze crisisslachtoffers,
terwijl hier blijkbaar een mooie instelling tot ontwikkeling
van jeugdige werkloozen vrijwel onbenut blijft. Gaarne zou
ik van Burgemeester en Wethouders willen vernemen, of
zij hiervoor ook een nadere verklaring kunnen geven.
De heer MABELIS wil de poging, welke uit den Raad
gedaan wordt om de jeugdige werkloozen te helpen, onder
steunen, aangezien het hierbij gaat om een groot gemeen
schapsbelang. De moeilijkheid is echter, den juisten weg
daarvoor te vinden. Spr. gelooft, dat de door den heer
K r o o n e aangegeven weg een uitgangspunt kan zijn om-
iets te bereiken.
De heer MEIJVIS zegt, dat de volkskracht dreigt ge
schaad te worden door de lagere steunuitkeeringen en de
loonsverlaging bij de werkverschaffingen van deze slechte
Regeeringsmaatregelen zal ondervoeding het gevolg zijn.
Spr. betreurt het, dat het Gemeentebestuur bij de aanpassing
aan de Regeeringsmaatregelen nog vaak remmend optreedt.
Spr. denkt hierbij aan de huurbijslag-regeling, den toeslag
op de werkloozenkasuitkeeringen enz. Ook is hier de werk
verschaffing, in verhouding tot den omvang der werkloos
heid en tot hetgeen er in andere gemeenten op dit gebied
geschiedt, slechts peuterwerk. Spr. licht dit met enkele
cijfers toe. Vervolgens verklaart hij zich aan te sluiten bij
hetgeen er gezegd is over de hulp aan de jeugdige werk
loozen hij is er van overtuigd, dat er hier meer voor hen
moet en kan gedaan worden. Op den in het Centraal Rap
port geuiten wensch, dat meerdere samenwerking van de