14 FEBRUARI 1935.
281
verschillende instanties ten aanzien van de jeugdige werk-
loozen worde betracht, antwoorden Burgemeester en Wet
houders, dat zij in deze niet dwingend kunnen optreden. Ditzal,
zegt Spr. toch moeten verand eren, anders loopt het met de werk-
looze jeugd mis. Er moet door Burgemeester en Wethouders
te dien opzichte stimuleerend worden gewerkt.
Wethouder VAN BUITENEN kan met hetgeen de heer
Van Houten heeft gezegd een heel eind medegaan. Spr.
is het met hem eens, dat er in den tegenwoordigen tijd zoo
veel kwakzalvers op economisch gebied rondloopen Spr.
komt er uit hoofde van zijn ambt nogal eens mede in aan
raking terwijl werkelijk groote economen geen oplossing
voor het crisisvraagstuk weten te vinden. Vele van die
plannen steunen op dwaasheid, zoo ook het plan, waarvan
de heer Van Houten sprak een eenvoudig mensch kan
zien, dat het middel, hetwelk' hij aan de hand doet, on
deugdelijk is; het zou op den duur neerkomen op uitsluitend
gesteunde, werkende arbeiders.
De heer M e ij v i s is lang niet tevreden met hetgeen
hier op het gebied van werkverschaffing gebeurt Burge
meester en Wethouders zelf zijn dat ook niet, maar zij zijn
gebonden door fioancieele mogelijkheden. Het plan tot werk
verschaffing aan den Wilhelminasingel zou twee jaar ge
leden geen instemming gevonden hebben men zou er zelfs
niet aan gedacht hebben nu vraagt men er om Zoo ont
wikkelen zich de denkbeelden in den laatsten tijd. Hieruit
blijkt wel, dat men geschikte werkverschaffingsobjecten niet
zoo gemakkelijk kan vinden. Breda heeft geld uitgegeven
om werkloozen te werk te stellen bij het Staatsboschbeheer,
hoewel het daarvan zelf geen enkel resultaat ziet. Burge
meester en Wethouders meenden dan ook, als er zich iets
anders voordoet, die gelegenheid te moeten aangrijpen.
De heer Meijvis heeft Burgemeester en Wethouders ver
weten, vaak remmend te zijn opgetreden bij de aanpassing
aan Regeeringsmaatregelen. Spr. wil er in dit verband op