282
14 FEBRUARI 1935.
wijzen, dat Burgemeester en Wethouders er nooit aan ge
dacht hebben, hier giften van particulieren of vereenigingen
voor armenzorg van de steunbedragen af te trekken, hoewel
men heeft gehoord hoe het geheele land vervuld was van
gedruisch over dezen maatregel elders toegepast en aan
vankelijk door de Regeering aanbevolen hier is dus zeker
geen eng standpunt ingenomen.
De zorg voor de jeugdige werkloozen is inderdaad een
belangrijk vraagstuk. Men heeft hier te Breda op dit ge
bied niet stilgezeten. Thans stelt men Groningen tot voor
beeld. Wat zijn nu wel de resultaten in Groningen Spr.
weet daar wel iets van zij zijn als overal elders. Dit werk
vergt een onverwoestbaar vasthoudend idealisme van de
leiders, omdat het steeds desillusie oplevert99% van de
jeugdige werkloozen begrijpt hun eigen belang niet. In de
groote steden vindt men cursussen van 50 a 60 deelnemers
al heel mooi. Als men dit in aanmerking neemt, is het re
sultaat hier nog zoo slecht niet. De heer Broos heeft er
op gewezen, dat dit werk duur is het zal, gezien het re
sultaat, altijd duur zijn. Men vraagt zich daarom wel eens af,
of het wel verantwoord is, ermede door te gaan. Verder
heeft de heer Broos gevraagd, waarom er zoo weinig deel
name is. Dit is nu eenmaal een algemeen verschijnsel. De
Regeering eischt minstens 15 deelnemers per cursus. On
langs is hier door het R.K.-Comité voor werkloozen, naast
zijn bestaande cursussen nog een cursus voor metaalbe
werkers met 20 deelnemers geopend. Spr. waardeert ook
andere vormen van werkverschaffing, zooals uitzending van
jeugdige werkloozen naar het platte land, maar het helpt
niet voldoende. Spr. zegt dit alles slechts om te belichten,
hoe veelzijdig en moeilijk dit vraagstuk is.
Het denkbeeld van den heer K r o o n e komt neer op
het nemen van het initiatief tot het samenbrengen van alle
richtingen, ten einde tot samenwerking op dit gebied te
komen. Spr. staat niet afwijzend daartegenover, maar hij
ontveinst zich niet, dat, gezien de voorgeschiedenis, die taak