290 14 FEBRUARI 1935. De heer GRUIJS gaat in groote lijnen met het door den heer Ma bel is gesprokene mede, vooral met hetgeen deze gezegd heeft over de saneering van het café- en restaurant bedrijf. De heer KROONE meent uit hetgeen Wethouder Van Buitenen in de vergadering van 12 dezer over dit on derwerp gezegd heeft, te mogen afleiden, dat diens grootste bezwaar tegen de voorgestelde belastingverlaging verdwenen is. Spr. zou gaarne van den Wethouder vernemen, of zijn gevolgtrekking inderdaad juist is. Kost het de Gemeente niet veel, dan vindt Spr. er wel iets voor te zeggen om dit noodlijdend bedrijf te helpen. Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat de heer Kroo- n e hem blijkbaar verkeerd begrepen heeft. De noodlijdend heid van een bedrijf mag niet de beweegreden zijn om tot belastingverlaging over te gaan. Men zou dan alle bedrijven moeten helpen dat eischt de Justitia distributiva. Spr. heeft in de vergadering van eergisteren alleen gezegd, dat de argumentatie van de voorstanders dezer belastingverlaging aan waarde had gewonnen door de opvoering der op centen, waardoor het meer op een bedrijfsbelasting gaat lijken. Spr. waarschuwt ernstig tegen de gevolgen van een eventueele aanvaarding van het voorstel-Van A ren donk; het zal dan in April uiterst moeilijk zijn om zonder ver andering te brengen in de classificatie der Gemeente voor de Gemeentefondsbelasting de begrooting sluitend te hou den. De heer M a b e 1 i s heeft er volkomen terecht op gewezen, dat men er zelfs toe over is gegaan de water meters te belasten de watermeters, die de menschen, ook de allerarmsten, verplicht zijn te hebben Dezer dagen heeft de Raad nog besloten tot latere terugbetaling der 3% tijde lijke salariskorting aan hen wier salaris na de herziening minder dan 3% zal zijn verminderd. De financieele gevolgen hiervan zijn niet te overzien, maar de begrooting zal er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 290