292
14 FEBRUARI 1935.
zonder hoofdelijke stemming, met inachtneming
van de in de nota van wijziging (gevoegd bij
de Memorie van Antwoord op het Centraal
Rapport) aangegeven wijzigingen, aangenomen.
Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde
41. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver
laging van de electriciteitstarieven, luidende als volgt
„Blijkens het hierbijgevoegde schrijven d.d. 27 Novem
ber 1934 is de P.N.E.M. bereid een verlaging van de tarie-
„ven, welke in het met deze Gemeente gesloten contract
„van stroomlevering zijn vastgesteld, met ingang van i
„Januari 1935 toe te staan, zooals daarin is aangegeven,
„mits aan de daarbij geuite verlangens door de Gemeente
„werd voldaan. Naar aanleiding van deze voorstellen bren-
„gen wij het volgende onder Uwe aandacht.
„De P.N.E.M. verlaagde reeds eenige malen het tarief voor
„grootverbruikers, n.l. 1 Januari 1930, October 1931 en Juli
„1933, waardoor de Gemeente, verplicht aan haar groot
verbruikers niet boven de tarieven der P.N.E.M. te leveren,
„een lageren prijs voor deze verbruikers ontving. De P.N.E.M.
„tarieven waren in de laagste trappen zelfs zoo laag, dat de
„Gemeente voor de laagste K.W.U. minder zou ontvangen
„dan hetgeen zij aan de P.N.E.M. daarvoor betalen moest.
„Om deze onbillijkheid te ondervangen werd destijds
„door de Gemeente een compensatie van deze schade bepleit,
„met het gevolg, dat de P.N.E.M. toezegde de schade, die
„hierdoor voor de Gemeente mocht ontstaan, te zullen ver
goeden, welke toezegging is vastgesteld in een clausule
„(de z.g. industrieclausule), die destijds aan het contract is
„toegevoegd.
„De door de P.N.E.M. thans voorgestelde verlaging voor
„de stroomlevering aan Breda heeft tot gevolg, dat de Ge-
„meente voortaan geen schade meer lijdt in bovenbedoelde
„laagste tarieftrappen. Daarom is er geen bezwaar tegen om
„accoord te gaan met de voorwaarden van de P.N.E.M. dat