9 JANUARI 1935. 29 nood, ontstaan uit langdurige werkloosheid, wat te lenigen. Spr. begrijpt volkomen, dat zoo n Kerstgave bij ieder werk- looze welkom is; gebruiken kan men het natuurlijk altijd, maar er moet toch een grens worden gesteld, anders komt men juist tot onbillijkheden. De gevallen, door den heer Kroone genoemd, zijn grensgevallen. Dergelijke gevallen houdt men bij elke regeling; zij zijn nooit te voorkomen. Spr. acht het evenwel onjuist, ieder werklooze, al Js hij slechts een week kastrekker, een Kerstgave te verstrekken, gelijk aan die, welke iemand ontvangt, die reeds lang werkloos was. De heer KROONE zegt, dat de heer Van Buitenen moet bedenken, dat er in de laatste jaren iets veranderd is; er heerscht namelijk een grootere verarming onder de menschen. Spr. wil daarom ook degenen, die in de adressen bedoeld worden, alsnog helpen. Volgens den inhoud van zijn circulaire, kan de Minister van Sociale Zaken daartegen geen bezwaar hebben. De VOORZITTER merkt op, dat, ook als men den datum verzet, dergelijke gevallen als de heer Kroone bedoelt zullen ontstaan. Spr. verwacht, dat het afgunst zal wekken bij hen, die iangdurig werkloos zijn, indien men deze men schen, nadat zij pas als werkzoekende zijn ingeschreven, achteraf een Kerstgave gaat verstrekken, iets waarop zij niet eens gerekend hebben. Zulks lijkt hem dan ook onjuist. Het komt Spr. het beste voor, dat Burgemeester en Wet houders de opmerkingen, welke hier thans gemaakt zijn, bij een volgende gelegenheid nader in beschouwing zullen nemen. De heer MEIJVIS zegt, dat onder degenen, die in de adressen worden bedoeld, juist tientallen arbeiders voor komen, die pas ontslagen zijn bij de Suikerfabriek. Zij zijn de dupe van de historie. Spr. vindt dat zeer onbillijk, daar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 29