30 9 JANUARI 1935. deze menschen slechts enkele weken van het geheele jaar gewerkt hebben. Hij is er daarom niet voor, de beslissing over deze kwestie uit te stellen tot een volgend jaar. Wethouder VAN BUITENEN: Zij hebben het toch altijd nog iets beter gehad dan de anderen, die in het geheel niet hebben kunnen werken. Laat men de grens van 1 December vervallen, dan zullen ook zij, die nu pas werk loos geworden zijn, in de termen vallen voor het verstrekken van een Kerstgave iets wat Spr. in strijd acht met de be doeling, welke aan de Kerstgave ten grondslag ligt. De heer KROONE dringt er bij Burgemeester en Wet houders op aan, een onderzoek te doen instellen, ten einde te weten te komen, wie buiten het verstrekken van de Kerstgave gevallen zijn, en daarover in de volgende ver gadering verslag uit te brengen, opdat de Raad een inzicht verkrijge in deze zaak. Wethouder VAN BUITENEN Dat inzicht kan ik U nu al geven: 95°/0 van degenen, voor wie thans een Kerst gave gevraagd wordt, heeft aan de Suikerfabriek gewerkt. De VOORZITTER: Het volgend jaar zal deze kwestie tijdig worden nagegaan en zal door Burgemeester en Wet houders ernstig worden overwogen, of in dien zin iets moet worden gedaan. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu het door Burgemeester en Wethouders genomen be sluit, inzake het verstrekken van een Kerstgave aan werkloozen, goedgekeurd. 19. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het voorstel van het raadslid J. N. Kr o o n e, inzake het geven van een toeslag op uitkeeringen uit de werkloosheids- kas, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 30