18 MAART 1935.
315
Er worden ingeleverd 25 stembiljetten, waaruit blijkt, dat
zijn uitgebracht: op den heer E11 c h 25, op den heer
Dirven 24 en op den heer Bilsen 21 stemmen.
Zoodat de heeren J. F. A. E 1 i c h, A. D i r-
v e n en F. P. Bilsen, resp. zijn benoemd tot
lid, plaatsvervangend lid en plaatsvervangend lid
voor het jaar 1935 van de Schattingscommissie
voor het Grondbedrijf.
14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be
noeming van voorzitters, leden en plaatsvervangende leden
van de hoofdstembureaux in de drie kieskringen voor de ver
kiezing van leden van den Raad dezer gemeente.
Zonder eenige bedenking wordt dienovereen
komstig besloten.
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be
noeming van voorzitters, leden en plaatsvervangende leden
van stembureaux in stemdistricten voor de verkiezing van leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale
Staten en den Gemeenteraad.
De heer VAN DER VEN zegt, dat in de raadsvergadering
van 31 Maart 1933 de heer Haaiman zeer terecht de op
merking gemaakt heeft, dat, tegen de gewoonte in, het toen
jongste raadslid, de heer K r a y, voorgedragen werd als voor
zitter van een stembureau, terwijl het oudere raadslid, de heer
Van Bedaf, werd voorgesteld als lid van een stembureau.
Thans doet zich weder een zelfde geval voor: het jongste
raadslid, de heer Martens, wordt voorgedragen als voor
zitter, terwijl de heer K r a y, die langer raadslid is, op de
aanbeveling voorkomt als lid van een stembureau. Spr. ver
zoekt daarin alsnog verandering te brengen.
De VOORZITTER vraagt, of de heer Martens er