9 JANUARI 1935. 31 „Naar aanleiding van het in de laatstgehouden raads vergadering door den heer J. N. K r o on e ingediende .voorstel, strekkende om de Regeering te verzoeken een .toeslag te mogen geven aan hen, die werkloosheidsuit- keering ontvangen, indien die uitkeering lager is dan het „bedrag, dat zij, als zij niet uit de werkloozenkas zouden „trekken, aan steun zouden ontvangen, hebben wij de eer ,U het volgende op te merken. „In het algemeen behoort de kasuitkeering zoodanig te zijndat zij voldoende is om in de noodzakelijkste be- .hoeften te voorzien. Principieel achten wij het daarom „onjuist, een toeslag als is voorgesteld, te verleenen. In „het verleden hebben wij ons steeds op dit standpunt ge- „steld. Afwijking van het eenmaal ingenomen standpunt is „dus slechts toelaatbaar, wanneer aanneembaar kan worden „gemaakt, dat de kasuitkeering niet meer voldoet aan den „eisch, dat zij voldoende is om te voorzien in de nood zakelijkste levensbehoeften. „De langdurige werkloosheid heeft echter dit tot gevolg „gehad, dat steeds meerdere personen, die uit hun kas „kunnen gaan trekken, onmiddellijk daarvóór steuntrekker „zijn en dus een lange periode van werkloosheid achter „den rug hebben, wanneer ze van hun kas gaan trekken. „Daardoor is hun positie geheel anders dan die van normaal „kastrekker. Hoewel reeds lang werkloos, wordt soms ten gevolge van de lagere kasuitkeering, hun inkomen kleiner. „Wij achten het daarom bij het beschouwen dezer zaak „wenschelijk te onderscheiden A. personen, die werkloos „wordend, van hun werkloozenkas gaan trekken, maar „daarvóór een flinke [periode werk hadden, en B. werk- „loozen, die reeds werkloos zijnde en krachtens de steun regeling geholpen wordend, een periode van hun werk- .loozenkasgaan trekken. Bijdeze tweede groep moeten worden „gerekend zij, die slechts korten tijd niet werkloos waren, „wanneer ze van hun kas gaan trekken en bijv. niet langer „dan drie maanden werkten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 31