18 MAART 1935.
333
bereid is subsidie te geven voor deze werkverschaffing, zooals
,,uit bijliggendèn brief van den Minister van Sociale Zaken
,,aan Burgemeester en Wethouders van Breda blijkt."
De heer VAN KEEP zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Dat men werk zoekt om in werkverschaffing te doen uit
voeren is toe te juichen, maar dan moet het ook nuttig en
afdoend werk zijn; men behoort er niet voor een groot gedeelte
werk bij te halen, dat wel mede dient tot werkverschaffings
object, maar m.i. dikwijls overigens geen voordeel oplevert.
Een voorbeeld: Zoo heeft men nu een jaar geleden het zelfde
gedeelte van het terrein aan den Wilhelminasingel afgegraven
en daarmede een ander laag gelegen terrein opgehoogd. Er
is toen door mij ten aanzien van dat laag gelegen terrein ver
zocht om den zwarten grond bovenop en het ophoogzand
onder te brengen, waardoor men open grond verkrijgt, hetgeen
voor parkaanleg noodig is en bij een goede uitvoering niets
meer kost. Ook heeft men toen een 40-tal eikeboomen 1 M.
diep ingegraven met puin en zand, welke boomen nu weer uit
gegraven moeten worden om het terrein bouwrijp te maken.
Dit is m.i. geld verspillen geweest; ik zal hiertegen blijven op
komen in het belang der Gemeente.
Zoo ziet men nu weer bij dit grootsche object voor werk
verschaffing aan den Wilhelminasingel, dat er goede maar
ook veel nadeelige kanten aan zijn, waarvan ik er enkele wil
noemen en waarover ik eenige vragen wil stellen aan het
College.
Is er reeds overleg gepleegd met de verschillende bedrij
ven, b.v. over het leggen van gasbuizen, waterleidingen, elec-
trische kabels voor de radio, enz.? Hoe zal de beplanting wor
den aangebracht? Wat zal er komen met betrekking tot den
aanleg van parken? enz. enz.
Met het plan om het terrein bouwrijp te maken voor zoover
dat in eerste instantie noodig is zooals het leggen van de
rioleering en wat daaraan vastzit kan ik mij vereenigen.