18 MAART 1935. 337 aantrekkelijk te maken, ten einde koopers voor den grond te vinden. Ook zou het weglaten der grintbedekking aanmerkelijk schelen in de werkverschaffing; 30 werkloozen zouden daar door 5 weken korter te werk gesteld worden. Voorts vindt de heer Van Keep het raadplegen van een landschapsarchitect dermate noodig, dat hij de kosten daar van uit eigen zak betalen wil. Burgemeester en Wethouders vinden dat aanbod heel vriendelijk, maar zij zullen het niet accepteeren. Als zij niet over deskundige ambtenaren beschik ten, zouden zij dat wel eigener beweging doen. Voor dezen parkaanleg achten zij dit evenwel niet noodig; beschikt men hier niet over ter zake kundigen als de directeuren van Open bare Werken en der Beplantingen? De door den heer Van Keep bedoelde ingegraven hoo rnen kunnen niet anders zijn dan die, welke achter de volks tuintjes staan. De grond, waarop zij staan, is, naar Spr. meent, echter eigendom van de R. K. Huishoudschool, zoodat Burge meester en Wethouders daaraan niets kunnen doen. Dit plan is te duur, zegt de heer Van Keep, het kan 21.000 goedkooper. De heer Van Keep ziet echter over het hoofd, dat dit plan bij wijze van werkverschaffing wordt uitgevoerd; een aannemer zal het zeker voordeeliger kunnen doen Spr. is daarvan overtuigd maar in dit geval is het uitsluitend en alleen op de eerste plaats te doen om werkver schaffing; als het daarom niet ging, zouden Burgemeester en Wethouders niet eens met dit voorstel gekomen zijn. Uitvoe ring in werkverschaffing is nu eenmaal duurder dan dat men hetzelfde werk door een aannemer laat verrichten. Spr. ver wacht gaarne van den heer Van Keep een specificatie van die 21.000, welke alleen een besparing op materialen zou zijn. Dat de Ned. Heide-Maatschappij met de controle wordt belast, is een voorwaarde voor het verkrijgen van Rijkssub sidie; zij wordt overal gesteld. Spr. kan eenigszins aanvoelen, dat de heer V a n K e e p niet veel sympathie voor de bemoei ingen van de Heide-Maatschappij heeft; men kan haar in aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 337