340 18 MAART 1935. laaggelegen gedeelte van het terrein zoo te laten en in het park te verwerken. Het villaparkplan zelf is echter reeds eer der door den Raad goedgekeurd en bovendien maakt de op hooging van bedoeld terreingedeelte een voornaam deel uit van het werkverschaffingsplan. Ten slotte zegt Spr., dat de Heide-Maatschappij in deze niet kan worden gepasseerd; de Rijkssubsidie zou daardoor in gevaar worden gebracht. De heer VAN KEEP merkt nog op, dat de boomen in kwestie kunnen worden uitgespaard, indien een kleine wijzi ging in het uitbreidingsplan wordt gebracht. De VOORZITTER zegt, dat dit debat een goede zijde heeft, indien de heer Van Keep daarvan de gedachte wil medenemen, dat dergelijke zaken door den dienst van Open bare Werken en Burgemeester en Wethouders ernstig be keken worden; waar noodig wordt ook de dienst van Beplan tingen gehoord. Als lid van de Bouwcommissie weet de heer Van Keep trouwens zulks. Het heeft ook Burgemeester en Wethouders verdroten, dat de uitvoering van dit plan, tengevolge van allerlei bijzondere omstandigheden, tegen den zin van Burgemeester en Wet houders, jaren slepende is gehouden. Het is verwonderlijk, dat de heer Van Keep in deze richting voortgaat door terug te komen op hetgeen na veel, te veel, overleg beslist is. Het gaat thans slechts over de uitvoering van het plan, niet over het plan zelf; slechts lankmoedigheid heeft Spr. den heer Van Keep in de zaak zelve laten terugtreden. En thans sluit Spr. het debat over deze zaak. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con form het voorstel en nader voorstel van Burge meester en Wethouders besloten. 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van een crediet voor het in werkverschaffing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 340