18 MAART 1935. 341 doen uitdiepen van de zwemkom der Zweminrichting „Boei- meer" (aangehouden in de vorige vergadering), luidende als volgt: ,,In verband met de heerschende werkloosheid hebben wij „omgezien naar uitbreiding der gelegenheid voor werkver schaffing. De mogelijkheid daartoe is voor deze gemeente, „naar bekend, zeer beperkt. Daarom hebben wij een schrijven „van den heer K. F. van Brink, eigenaar der zweminrichting „Boeimeer", betreffende het uitgraven van grond uit die in lichting, aangegrepen tot het voeren van onderhandelingen „over die zaak. „Zooals bekend, is deze gemeente in een gedeelte der „zwemkom betrokken, n.l. het gedeelte bestemd voor volks- „badplaats; dit gedeelte beslaat der totale oppervlakte. Bij „het overige gedeelte zijn algemeene belangen betrok- „ken, speciaal die der volksgezondheid. Het moet n.l. in het „belang der volksgezondheid worden geacht ,dat de zwem- „kom wordt uitgediept tot 2 M. A.P. „De netto-kosten hiervan worden geraamd op 16.800. „de arbeidsloonen worden begroot op 13.700.—, zoodat de „overige kosten 3100.bedragen. In het laatste bedrag „wordt geen rijkssubsidie verleend, zoodat dit geheel voor „rekening der gemeente komt. In de arbeidsloonen kan op rijks bijdrage worden gerekend; deze is bereids door ons aange vraagd. „In het geheel moeten, na drooglegging van den plas, 9500 „M3. zand worden uitgegraven. Het gewonnen zand wordt „aan de gemeente afgestaan. Indien het werk wordt uitge voerd bij wijze van werkverschaffing en het loon wordt ge steld op 0.32 per uur, dan is de arbeidsduur van het werk, „bij een 48-urige werkweek, bij 50 arbeiders, te stellen op „18 weken. „Als motieven om het werk te doen uitvoeren gelden: „le. werkverschaffing en 2e. de volksgezondheid. „Waar bij het werk mede particuliere belangen zijn be srokken, hebben wij van Van Brink een bijdrage in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 341