342 18 MAART 1935. .kosten geëischt. Deze is bereid in totaal 5000.bij te „dragen, te betalen in 5-jaarlijksche termijnen van 1000.-—. „V an Brink heeft zich hiervoor schriftelijk tegenover de „gemeente verbonden; een op zegel gestelde verklaring voegen „wij hierbij. Aan het Rijk is gevraagd van die bijdrage een „som van 1000.geheel ten goede dezer gemeente te doen „komen, ter gedeeltelijke bestrijding van de kosten, welke ge- „heel voor rekening der gemeente blijven. „Het werk zal in twee gedeelten worden uitgevoerd; het „ééne deel in het voorjaar en het andere deel in het najaar „van 1935. „Naar onze meening kan met de getroffen regeling genoe- „gen worden genomen. „Wij geven U daarom in overweging: „a. tot uitvoering van vorenbedoeld werk, bij wijze van „werkverschaffing, te besluiten en daarvoor een crediet „van 16.800.— te verleenen; bden eigenaar der zweminrichting „Boeimeer" hiervan „kennis te geven, met vermelding, dat met zijn bijdrage „ad 5000.— in de kosten van het werk en het be- „talen in vijf jaarlijksche termijnen van 1000.ge noegen wordt genomen. „De Commissie van bijstand in het beheer der Openbare „Werken, in deze gehoord, kan zich in principe met dit voor stel vereenigen." De heer VAN KEEP vreest, dat door het uitgraven van de zwemkom drijfzand zal ontstaan. Spr. zal daarom liever ge zien, dat bronbemaling werd toegepast. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat ook deze zaak in de Bouwcommissie is besproken. Er is toen gezegd, dat men thans nog niet kan weten, wat voor ondergrond de zwemkom heeft; dat zal eerst blijken, als zij drooggelegd is. De heer VAN KEEP verklaart, dat de bespreking in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 342