356 18 MAART 1935. een groot aantal genoodzaakt zal zijn, gebruik te maken van den gemeentelijken geneeskundigen dienst? 4. Is het Burgemeester en Wethouders bekend, dat in tal van plaatsen een dergelijke regeling reeds lang tot stand is gekomen? 5. Kunnen Burgemeester en Wethouders mededeelen, waar om een dergelijke regeling voor deze gemeente zoo lang uitblij ft? Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat er reeds gerui- men tijd onderhandelingen gaande zijn om een aannemelijke oplossing op dit gebied voor Breda gedaan te krijgen. Bur gemeester en Wethouders zijn daarvoor sedert geruimen tijd regelmatig doende met de Afdeeling Breda van het A.A.Z.B. Zoodra van die Maatschappij voor de Gemeente aannemelijke voorwaarden zullen zijn ingekomen, kan de zaak haar beslag krijgen. Burgemeester en Wethouders blijven in deze diligent. De heer MEIJVIS betreurt het langzame verloop der on derhandelingen en spreekt de hoop uit, dat de zaak spoedig in orde zal komen. De heer VAN DER VEN sluit zich aan bij de woorden van den heer M e ij v i s. Spr. wijt het langzame verloop aan tegenwerking der doctoren. Hij betreurt het ten zeerste, dat zoovelen daarvan de dupe zijn. De VOORZITTER zegt, dat men in deze niet van tegen werking moet spreken; het is niet de methode om tot een goede oplossing te komen. 2. De heer KOOYMAN herinnert aan zijn motie in zake de wijze, waarop hier de pensioenkorting op de wedden der ambtenaren wordt ingehouden. Het is nu vijf maanden ge leden, dat Spr. die motie heeft ingediend en nog steeds heeft hij niets naders daaromtrent vernomen. Spr. betreurt dit ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 356