36 9 JANUARI 1935. „de noodige gegevens ontbreken hebben wij ons gewend „tot den heer inspecteur der directe belasting, met verzoek „ons te dier zake van voorlichting te willen dienen. „Naar aanleiding hiervan deelt deze ons het volgende mede Ik beschik niet over een statistiek, die aangeeft hoeveel „perceelen er van iedere huurklasse zijn. ,,Het samenstellen van zoo n statistiek zou een zeer tijd- „roovend werk zijn, waarvoor ik onmogelijk den tijd zou „kunnen vinden. „Zonder een dergelijke statistiek is echter de in het „centraal rapport gestelde vraag niet te beantwoorden. „Het is evenwel duidelijk, dat de in het centraal-rapport „ontworpen schaal bij lange niet het door U benoodigde „bedrag zal opbrengen. „Toepassing van die schaal zou de verzwaring van den „belastingdruk nagenoeg uitsluitend leggen op de schouders „van hen, die huizen bewonen, waarvan de huurwaarde „varieert van f 500.tot f 1000. waarbij dan nog de „grootste verzwaring wordt toegepast op de bewoners van „perceelen, waarvan de huurwaarde varieert van f 500.^- „tot f 800. „Alleen de betere middenklasse zou derhalve de dupe „worden „Een dergelijke eenzijdige verzwaring van den belasting- „druk lijkt mij in strijd met elk begrip van rechtvaardigheid. „Ook de ontworpen schaal is verre van ideaal, omdat „de bewoners van de grootere perceelen noodgedwongen „gespaard blijven, doordat men aan een maximum van „200 is gebonden. „Bij het ontwerpen van de voorgestelde schaal is echter „gestreefd naar een billijke verdeeling over alle belasting betalers, die konden worden getroffen, met toepassing, „voor zoover mogelijk, van eenige progressie." „Hiermede geheel instemmend hebben wij de eer U in „overweging te geven te besluiten overeenkomstig ons „hierboven aangehaald voorstel."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 36