26 APRIL 1935. 379 en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt. 14. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waar bij in overweging wordt gegeven gunstig te beschikken op de aanvrage van C. H e 11 e m o n s, om ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, voor het bouwen van een woonhuis met garage en bergplaats op het perceel, gelegen op den hoek van de Tuinstraat en de Zonnebloemstraat. De heer VAN KEEP merkt op, dat bij dit prae-advies geen situatie-teekening is overgelegd. Daardoor is niet te zien, of een behoorlijke hoekoplossing is verkregen, hetgeen toch noo- dig is. De VOORZITTER antwoordt, dat het hierbij niet gaat om de bouwvergunning en den aesthetischen kant van de zaak, doch alleen over ontheffing van artikel 15, d.w.z. het innemen van open ruimte achter het perceel. De hoekoplossing is ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, bij het ver- leenen van de bouwvergunning. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat het gebouw er al bijna staat. Het gaat nu alleen maar over het bouwen van een garage en een bergplaats; daarvoor is ontheffing van art. 15 noodig. De heer VAN KEEP dringt er toch op aan, in het vervolg bij dergelijke aanvragen een situatie-teekening te voegen. Zonder verdere bedenkingen wordt besloten, adressant de gevraagde ontheffing te verleenen en wel onder de navolgende voorwaarden: a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 379