26 APRIL 1935. 387 daarmede tot wijziging van de begrootingen van het Grond bedrijf en het Waterleidingbedrijf voor dat dienstjaar. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aan vulling van de begrooting van de Gemeente-Reiniging voor het dienstjaar 1935. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling van afschrijvingspercentages voor het Openbaar Slachthuisbedrijf voor den tijd van drie jaren. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 26. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende een aanvullingskohier betreffende de straatbelasting over het dienstjaar 1934. De heer SCHRAUWEN vindt, dat men er vrij vroeg bij is om straatbelasting te heffen van perceelen, gelegen aan de Dijkstraat, aangezien deze weg pas op 1 Mei a.s. in onder houd bij de Gemeente komt. De belanghebbenden hebben er volgens Spr. recht op, dat de straat eerst watervrij gemaakt wordt. Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat het door den heer Schrauwen te berde gebrachte hierbij niets ter zake doet; de straatbelasting is toepasselijk op alle openbare water- en landwegen in deze gemeente. Er is te dien aanzien een uit gebreide jurisprudentie. Degenen, die bezwaar tegen hun aan slag hebben, kunnen daarvan schriftelijk kennis geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 387