388 26 APRIL 1935. Zonder verdere bedenkingen wordt opgemeld aanvullingskohier vastgesteld op het bedrag, zooals het door Burgemeester en Wethouders is opge maakt. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van de voorwaarden, waaronder aan de Bredasche Con- cours-Hippique-, Harddraverij- en Renvereeniging een garan tie is verleend in een mogelijk tekort van het dit jaar te hou den concours-hippique, luidende als volgt: ,,In Uw vergadering van 14 Februari j.l. werd gunstig be schikt op het verzoek van de Bredasche concours-hippique-, „harddraverij- en renvereeniging betreffende het verleenen „van een garantie van 300.o.m. onder deze voorwaarde, „dat de gemeentelijke garantie eerst dan zal worden aange sproken, wanneer het eigen garantiefonds geheel zal zijn uit geput. „De Vereeniging betuigde voor dit besluit haar erkentelijk- „heid, doch deed ons opmerken, dat gemelde voorwaarde het „bestuur in groote moeilijkheden brengt, wijl verscheidene, zoo „niet alle deelnemers aan het door het bestuur gevormde ga- „rantiefonds in de meening verkeerden, dat de garantie der „gemeente één geheel zou vormen met de door hen gegeven „garantie, zoodat bij eventueel tekort de garantiegevers ge- „zamenlijk gelijkelijk zoouden worden aangesproken. „Het bestuur meende, dat zoodanige opvatting juist was en „vond naar zijn oordeel daarvoor steun in het voorafgaande „overleg met ons college, waarbij onzerzijds er op werd aan gedrongen „naast" de aan de gemeente gevraagde garantie „ook zelf een garantie ter beschikking te hebben. „Het is aannemelijk, dat deze uitdrukking, voor tweeërlei „interpretatie vatbaar, tot misverstand heeft aanleiding gege- „ven en bij ongewijzigd blijven van gezegde voorwaarde som- „mige toezeggingen ten behoeve van het garantiefonds zouden „komen te vervallen. „In deze omstandigheden achten wij het aanvaardbaar de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 388