38 9 JANUARI 1935. wrarbij de grootste verzwaring wordt toegepast op de bewoners van perceelen, waarvan de huurwaarde varieert van f 503.tot f 800, dat' alleen de betere midden klasse derhalve de dupe zou worden en dat een dergelijke eenzijdige verzwaring van den belastingdruk den Inspecteur in strijd lijkt met alle begrip van rechtvaardigheid, wijs ik, voornamelijk voor wat de laatste zinsnede betreft, ten eenenmale terug Naar onze meening behoort ook deze in wezen te verwerpen belasting te geschieden naar draag kracht, d.w.z. dat degene, die meer bezit of meer te ver teren heeft, meer kan betalen en dat het dus beter is, wanneer er progressie kan zijn, zooals bij deze belasting, deze progressie zoo weinig mogelijk te doen drukken op de lage inkomens en meer op de hoogere, dus ook mid delbare. Het is daarom. Mijnheer de Voorzitter, dat, niettegen staande door den Inspecteur gemeend wordt, dat de door ons ontworpen schaal minder zal opbrengen (hoeveel wordt niet aangegeven), ik den Raad ernstig in overweging geef. deze schaal te aanvaarden en niet die, aangeboden door Burgemeester en Wethouders, te meer omdat ook daarvan m.i. nu niet zeker is, dat zij het benoodigde bedrag van f 55000, wat geraamd is, zal opleveren. De heer MABEL1S heeft eens nagegaan wat ieder zal moeten betalen volgens de schaal van Burgemeester en Wethouders en volgens die van den heer G r u ij s c.s. Daarbij is hem gebleken, dat men een reëelere uitkomst en een gelijkmatiger verdeeling van lasten verkrijgt bij eerst genoemde dan bij laatstgenoemde schaal. Bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders komt men namelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 38