26 APRIL 1935. 401 deningen gehoord, kunnen zich met het ontwerp vereenigen. Wij hebben de eer U in overweging te geven de ontworpen garage-verordening vast te stellen. Zonder eenige bedenking wordt deze ontwerp verordening onveranderd goedgekeurd en vast gesteld. 49. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het opnieuw vaststellen van de Winkelsluitingsverordening (aan gehouden in de vorige vergadering), luidende als volgt: Van den Minister van Economische Zaken zijn eenige op merkingen ontvangen met betrekking tot de ter verkrijging van de Koninklijke goedkeuring ingezonden verordening in gevolge de Winkelsluitingswet. Artikel 1. Lid 1. Abusievelijk is in den aanvang van dit lid vermeld: „Onverminderd het bepaalde in artikel 4, 1ste lid, onder a. der Winkelsluitingswet Bedoeld is: „onder d. der Winkel sluitingswet". Lid 2. De Minister acht de openstelling van de visch- winkels op Zondag van 1014 in strijd met artikel 5 der Wijzigingswet van 1935, nu de Raad op 10 October 1934 een verklaring, als bedoeld in dit artikel, heeft afgelegd. Open stelling van 10—16 uur zal de Koninklijke goedkeuring wel kunnen wegdragen. Artikel 2, 1ste lid. Ten einde buiten twijfel te stellen, dat de bepalingen van art. 4, lid 1, onder d. der wet, betreffende het bekendmaken der openingsuren en het uitsluitend verkoopen van de daar genoemde waren, ook bij dit artikel van toepassing zijn, zou art. 4, lid 1, onder d. der wet uitdrukkelijk kunnen worden ge noemd. Als gevolg daarvan kunnen de woorden „doch uit sluitend voor den verkoop van deze waren" vervallen. Artikel 2, 2e lid. Aangegeven zou kunnen worden, dat de op den Zondag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 401