404 26 APRIL 1935. „niet kan overschrijden, bestaat tegen de bedoelde aanvulling „geen bezwaar. „Wij hebben de eer li voor te stellen de verordening op de „heffing van schoolgeld voor het onderwijs op de ambachts- „school opnieuw vast te stellen met inachtneming van de aan- „vulling, in bijgaande verordening met rooden inkt aange bracht." Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 51. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om de Kroon in overweging te geven, over te gaan tot verlaging van het maximum aantal drankvergunningen en drankverloven A. voor deze gemeente, luidende als volgt: „Naar aanleiding van de in de raadsvergadering van 18 „Maart j.l. gevallen beslissing op het dezerzijds uitgebrachte „prae-advies betreffende het verzoek van de Nationale Com- „missie tegen het alcoholisme, tot verlaging van het maximum- .aantal drankvergunningen en drankverloven A„ hebben wij „de eer U een uiteenzetting te geven van de wijze, waarop die „verlaging kan worden verkregen, met vermelding van de „argumenten, welke terzake in een voorstel aan H. M. de „Koningin kunnen worden aangehaald. „De Drankwet 1931 (Staatsblad nr. 476) noemt in artikel 6 „drie soorten Koninklijke besluiten, welke de strekking heb ben het aantal dranklocaliteiten met vergunning te vermin beren. In de eerste plaats een besluit tot verlaging van het „maximum der vergunningen, ten tweede een algeheel verbod „tot het verleenen van vergunningen, behoudens één uitzon- bering en in de derde plaats een besluit, dat alle na 1 Mei „1904 verleende vergunningen vervallen en nieuwe niet meer „mogen worden verleend. „Wil een dergelijk K. B. kunnen worden genomen, dan zal „het initiatief terzake van den Gemeenteraad moeten uitgaan. „Bovendien kan dat initiatief slechts worden genomen om de „5 jaren, te beginnen in 1935.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 404