26 APRIL 1935. 411 Zonder verdere bedenkingen wordt daarop het artikel onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 10. De heer MABELIS merkt op, dat de wijze van belegging der gelden reeds in artikel 23 der Armenwet geregeld is. Die regeling behoort dus in dit artikel te vervallen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit ook reeds door Bur gemeester en Wethouders is ingezien. In het in de Leeskamer ter visie liggend exemplaar van het ontwerp-reglement is dan ook de laatste zinsnede van dit artikel gewijzigd als volgt: ,,te beleggen op de wijze als vermeld in artikel 23 der Armen wet". Het artikel wordt daarop, met inachtneming van deze wijziging, goedgekeurd en vastgesteld. De artikelen 11 en 12 worden zonder eenige bedenking goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 13. De heer MABELIS vraagt, of dit artikel niet in strijd is met het bepaalde in artikel 23 der Armenwet. De VOORZITTER acht het beter het artikel te laten zoo als het thans luidt. Treft men niet een zoodanige regeling als daarin wordt aangegeven, dan vloeit daaruit niets dan ellende voort. Spr. geeft dan ook in overweging, af te wachten, hoe door de Gedeputeerde Staten op deze bepaling wordt ge reageerd. Zonder verdere bedenkingen wordt dit artikel daarop onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 411