26 APRIL 1935. 415 „B. Geldleening 500.000,—. .wegens steunuitkeering en van 71.000,.wegens tverkver- schaffing zal worden324.480, ,,In de begrooting is deze bijdrage geraamd op 197.064, ,,en zal dus kunnen worden verhoogd met 127.416, „Zooals hierboven werd becijferd stijgen de uitgaven met „rond 129.000,Hiernaast staat een stijging van de ont- vangsten met 127.416, zoodat een bedrag van 1584, „als meerdere kosten ten laste der gemeente komen. Echter „moet bovendien nog rekening worden gehouden met de kos- „ten wegens steun, waarin het Rijk niet bijdraagt, zijnde die „wegens cokes verstrekking aan kastrekkers ten bedrage van 2000,— „zoodat in totaal met inbegrip van bovenstaande 1584, „alsnog ten laste der begrooting 1935 moet „worden gebracht3584, „met welk bedrag de benoodigde opbrengst der onderhavige „opcenten dient te worden verhoogd. „Van deze geldleening is gekomen ten laste van den alge- „meenen dienst Hoofdstuk VI 300.000,ter zake waarvan „over 1935 betaald moet worden aan rente, aflossing en kosten „van het sluiten dezer leening 18.350,en ten laste van „het waterleidingbedrijf 100.000, waardoor de winstuit- keering van dit bedrijf door dezelfde oorzaken met 5783,33 „vermindert. Beide bedragen, tot een totaal van 24.133,33, „zijn gevonden door verlaging van den post „Onvoorziene „uitgaven", welke post anderzijds door verhooging van enkele „ontvangstposten met een bedrag van 14.400,— kon worden „aangevuld. Deze wijzigingen zijn bij afzonderlijke voorstellen „aanhangig gemaakt. De post „onvoorziene uitgaven" be draagt momenteel na bovenstaande en andere wijzigingen 12.167,23, waarbij nog komt de in de begrooting gelegen „reserve wegens 3 salariskorting, welke niet in de salaris- „posten is verwerkt en waarvan de opbrengst gesteld kan wor den op 21.000,—. In totaal is derhalve momenteel nog „beschikbaar 33.167,23, hetgeen voor het nog komende deel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 415