416 26 APRIL 1935. „van dit jaar voldoende kan worden geacht. „Resumeerende kan worden aangenomen, dat met de uit „de gesloten geldleening voortvloeiende kosten verder geen „rekening behoeft te worden gehouden. „C. Wijzigingen door bemerkingen van Ged. Staten. „Na de inzending der gemeente-begrooting aan Ged. Staten „werd deze met enkele bemerkingen terugontvangen. Een „tweetal daarvan geven aanleiding tot een wijziging, t.w.: „volgnr. 14 sub g. korting ingevolge Prov. Blad Nr. 84 „van 1932. Deze korting is door de nieuwe regeling van de „wedden der wethouders vervallen, zoodat het bedrag ad 306,moet worden afgevoerd. De post volgnr. 333: „jaar- „wedde van de wethouders" is reeds eerder met deze nieuwe „regeling in overeenstemming gebracht. „Volgnr. 161 Bb. „Belasting wegens classificatie der ge- „meente (gemeentefondsbelasting), betreffende het in het „dienstjaar eindigende belastingjaar" (1934/35). „Ten bate van den dienst 1934 komt 85 van 46.000,-, „zoodat de rest zijnde 15 van dit bedrag, n.l. 6900,op „den onderhavigen post kan worden verantwoord. Reeds werd „geraamd 6000,—, zoodat deze post met 900,kan wor- „den verhoogd. „Resumeerende zal mitsdien de post volgnr. 161Aa (op centen op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting, betref fende het in het dienstjaar aanvangende belastingjaar) nu „geraamd op192.730,50 „verhoogd moeten worden met: „a. wegens verhoogde steunkosten 3584,— bwegens afvoering post volgnr. ,,14g306,— Totaal 3890,- „en verlaagd met: „c. wegens hoogere raming volgnr. „161 Bb900,- „zijnde per saldo een verhooging van2.990,— „waardoor de onderhavige post wordt 195.720,50

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 416