26 APRIL 1935, 417 „Dit bedrag stelt voor 2/3 gedeelte van de voor het belas tingjaar 1935/36 benoodigde opbrengst, zoodat de geheele „opbrengst geraamd moet worden op 293.580,75. „Aangezien de inspecteur der directe belastingen de op brengst van 1 opcent raamt op 4400,zal voor het be reiken van bedoeld bedrag noodig zijn een heffing van 67 „opcenten, waarbij een geraamde opbrengst van ruim 294.600,verkregen zal worden. „Van deze opbrengst komt dan 2/3 deel, zijnde 196.400,— „ten bate van 1935, terwijl de rest op de begrooting 1936 „verantwoord zal worden. „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U voor „te stellen te besluiten: „a. tot wijziging der gemeente-begrooting voor den dienst „1935 overeenkomstig het hierbijgaande ontwerp besluit, waarin bovenstaande wijzigingen zijn opge- „nomen; ,,b. tot vaststelling van het aantal opcenten op de gemeen- „tefondsbelasting over het belastingjaar 1935/36 op 67 „en het daarmede in overeenstemming brengen der hef- fingsverordening. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 54. Rapport van de Commissie, belast met het nazien der begrooting van het Oude-Mannenhuis voor het jaar 1935, waarin wordt medegedeeld, dat zij die begrooting heeft onder zocht en in orde bevonden, weshalve zij in overweging geeft gemelde begrooting goed te keuren. Daartoe wordt besloten. 55. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot her ziening en het opnieuw vaststellen van de Voorwaarden voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 417