14 JUNI 1935.
429
Voorzitter: de heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONS-
BEECK, burgemeester.
Secretaris: de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede,
dat van de heeren Pleijte en Venker bericht is in
gekomen, dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij te
wonen, alsook van den heer K u ij 1 a a r s wegens onge
steldheid.
Vervolgens zegt Spr., dat de notulen van het verhandelde
in de vergaderingen van 12, 13 en 14 Februari j.l.(be-
grootingsvergaderingen) en van 18 Maart j.l., overeenkomstig
het bepaalde in artikel 8 van het reglement van orde voor
den Gemeenteraad ter inzage voor de leden hebben gelegen
en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden en vraagt,
of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of
eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te
brengen, allereerst voor wat betreft de notulen van 12, 13
en 14 Februari j.l.
De heer KOOIJMAN merkt op, dat zijn naam staat
vermeld onder de in de avondvergadering van 13 Februari
1935 aanwezige leden, terwijl hij die vergadering niet heeft
bijgewoond.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit zijn oorzaak vindt
in het feit, dat de presentielijst van de middagvergadering
ook geldt voor de avondvergadering; beide vergaderingen
gelden immers voor één.
De heer KOOIJMAN zegt, dat op blz. 201 van de
notulen van 13 Februari j.l., 7den regel van onder, het
cijfer 24 behoort te worden vervangen door 48.