450 14 JUNI 1935. De heer' Mabel is heeft uit het vrij hooge percentage der algemeene onkosten, de conclusie getrokken, dat de dienst van Openbare Werken niet op de juiste wijze ge outilleerd is. Die stelling is niet goed te verdedigen. Het percentage der algemeene onkosten zal ieder jaar uiteen- loopen zijn er veel groote kapitaalswerken, dan zal dit percentage lager zijn. Nu er in 1934 geen groote kapitaals- werken geweest zijn, drukken de algemeene onkosten bijna geheel op de kosten van den gewonen dienst der begrooting. Bovendien worden er bij Openbare Werken vele werk zaamheden verricht, welke niet onder een begrootingspost zijn te brengen, eensdeels omdat zij werken betreffen, welke niet tot uitvoering komen Spr. denkt hierbij aan ont- werp-plannen voor rioleering enz. anderdeels omdat daarvoor geen post op de begrooting staat Spr. bedoelt hier adviezen op aanvragen voor bouwvergunningen, ont heffingen van artikel 15 der Bouwverordening enz. Het bedrag der algemeene onkosten voor die werkzaamheden is niet precies te zeggen het wordt geraamd op f 30000, Stelt men dit bedrag b v. op f 50000,wat met even veel recht kan geschieden dan worden de percentages, door den heer M a b e 1 i s bedoeld, lager. Zooals Spr. reeds zooeven zeide, zijn er verschillende posten, welke toelichting behoeven, maar de overschrijding dier posten is inderdaad van veel minder belang dan het lijkt. De jaarwedden-post b.v. is met f4800,overschreden iets wat ook Spr gefrappeerd heeft bij nader onder zoek is hem evenwel gebleken, dat dit komt, omdat, bij het opmaken der begrooting, de wedden op de Secretarie worden ontleend aan het daar aanwezig zijnde kaarten- register, terwijl er bij den dienst van Openbare Werken nog andere, losse krachten werkzaam waren, die niet in dat kaartenregister voorkomen, en ook tijdelijke vervanging bij ziekte voorkomt, waarvan men op de Secretarie on kundig is een en ander verhoogt de uitgaven niet onbe langrijk. Spr. licht verder nog de belangrijkste overschrij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 450