14 JUNI 1935. 461 onderhoud daarvan zou echter veel te duur zijn in verband met het opslaan der kermisinrichtingen en het parkeeren van vrachtwagens. Daarna is er gedacht aan het aanbrengen van een eenvoudige beplanting op de middenvakken. Dit zou echter weer een intensieve bebouwing van het kermis terrein onmogelijk maken. Een en ander is oorzaak, dat Burgemeester en Wethouders den Raad ernstig ontraden, hiervoor kosten te maken, welke achteraf zouden blijken daaraan niet besteed te zijn geweest. De heer VAN DER VEN houdt vast aan zijn voorstel om althans het Kloosterplein aan te vullen met keien en het middengedeelte van de Oude Vest te teren. De heer MEIJVIS vindt het feit, dat het hier een ouden toestand betreft, geen voldoende motief om daarin geen verandering te brengen. De Oude Vest is vroeger nooit gebruikt voor parkeerterrein, nu wèl. De grond wordt daardoor telkens los gereden, tengevolge waarvan de om wonenden veel hinder van stofstuiving ondervinden. De toestand eischt daarom thans dringend verbetering. Spr. verwacht, dat er nog wel voldoende keien van den Ginne- kenweg, de Fellenoordstraat en de Nieuwehuizen zullen overschieten om er de bewuste middenvakken mede te be straten. Spr. handhaaft dan ook zijn voorstel. De VOORZITTER zegt, dat uitvoering van elk plan tot verbetering van den toestand op de Oude Vest en het Kloosterplein is afgestuit op het gebruik van de midden vakken als kermisterrein. Zou men de vakken geheel met keien gaan bestraten, dan zou dit een naargeestigen aanblik opleveren en dan zouden de bewoners terecht komen met een verzoek om het plein te verfraaien, hetgeen dan op de kermisbezwaren weer zou afstuiten. De heer MEIJVIS begint te gelooven, dat de bewoners van de Oude Vest en het Kloosterplein in de narigheid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 461