14 JUNI 1935.
471
heel-ambtenaar te maken Dit zou veel rationeeler zijn en
bovendien voordeeliger voor de gemeentekas.
De heer COHEN verklaart, dat het voorstel op zichzelf
hem heelemaal niet verwonderd heeft. Wèl heeft het hem
verwonderd, dat de zienswijze van Burgemeester en Wet
houders omtrent deze aangelegenheid na een paar maanden
zoo geheel veranderd is. In Februari j 1. heeft Spr. bij de
behandeling der gemeentebegrooting voor 1935 nog gewezen
op het feit, dat de Geneeskundige Dienst overbelast was.
Wethouder Van Mierlo antwoordde daarop het volgende
„Spr. vervolgt, dat hij niet begrijpt, hoe men zoo zonder
„meer aan de bewering komt, dat de Geneeskundige Dienst
„overbelast is. Spr. weet niet, uit welke bron de heer
„Cohen zijn gegevens puthet College van Burgemeester
„en Wethouders heeft rechtstreeks zijn inlichtingen van den
„Geneeskundigen Dienst. Het is niet gebleken, dat aan
„aanvragen om hulp niet kon worden voldaan. Men moet
„niet vergeten, dat niet alles op één, maar op drie ge-
„neesheeren neerkomt. Bovendien vergete men niet de
„hulp, welke verleend wordt door de zusters van het „Wit-
„Gele Kruis" onder leiding en toezicht van een geneesheer.
„Ook heeft de Gemeente een verpleegster aangesteld, die
„naast het geneeskundig schooltoezicht zoo noodig bij de
„verzorging van armlastigen meehelpt. Van overbelasting
„is het College niet gebleken. Spr. zegt, dat de heer Co h e n
„niet met cijfers, maar met bewijzen moet komen, dat arm-
„lastigen niet voldoende geholpen kunnen worden."
Men ziet hieruit, dat Spr.'s bewering toen van de zijde
van het College fel is bestreden. Nu echter komen Burge
meester en Wethouders zelf met een voorstel tot uitbreiding
van het personeel van den Geneeskundigen Dienst op grond
van overbelasting. Hoe kon men dan, vraagt Spr een
paar maanden geleden zeggen, dat die dienst niet over
belast was? De betrokken Wethouder heeft hem toen ge
vraagd, bewijzen te leveren voor het niet goed functioneeren