476
14 JUNI 1935.
„hebben wij ons beraden over de wijze, waarop aan dit
„denkbeeld uitvoering zou kunnen worden gegeven, in het
„bijzonder wat betreft de uren van openstelling, de kosten
„en de voor deze regeling in aanmerking komende personen.
„Als dagen van openstelling kunnen alleen worden ge-
„nomen die, waarop het badhuis weinig wordt bezocht.
„Dit blijken te zijn de Dinsdag en de Woensdag. Er kan
„geen bezwaar bestaan op deze beide dagen het badhuis
„op de uren, dat het voor het publiek geopend is, ook
„voor werkloozen en hun gezinnen toegankelijk te stellen.
„Voor het gebruik behoort een geringe vergoeding te
„worden betaald. In de eerste plaats omdat hetgeen kos
teloos wordt aangeboden in den regel geen waardeering
„vindt, doch ook omdat de exploitatie van het badhuis
„verlies oplevert en de kosten van het baden door werk-
„loozen derhalve niet uit de exploitatie kunnen worden
„bestreden.
„De normale tarieven bedragen voor een kuip- en stort-
„bad resp. f 0,30 en f 0,15 (bij 10 badenkaart 20°/o reductie).
„Voor het onderwerpelijke doel zouden wij deze willen
„stellen op resp. f 0,10 en f 0,05, alzoo op ll3 van den
„normalen badprijs. In deze prijzen is geen gebruik van
„zeep en handdoek inbegrepen dit is bij de normale bad-
„prijzen evenmin het geval. Daar de werkloozen zelf hand-
„doek en zeep kunnen meebrengen, bestaat er geen aan-
.leiding hiervoor ook extra tarieven in het leven te roepen.
„Ten slotte ware deze regeling van toepassing te ver
klaren op te Breda woonachtige werkloozen en de bij
„hen inwonende gezinsleden.
„In verband met de uit te oefenen controle zal de toegang
„tegen verlaagde tarieven slechts worden verleend op ver-
„toon van een stempelkaart of een inschrijvingskaart en
„aan de gezinsleden alleen dan wanneer zij vergezeld zijn
„van den werklooze-hoofd van het gezin.
„Resumeerende hebben wij de eer U in overweging te geven
„Aan te Breda woonachtige werkloozen en de hen ver-
