9 JANUARI 1935. 47 De heer MABELIS merkt op, dat het bepaalde in artikel 14 der ontwerp-heffingsverordening, met betrekking tot de schatting van het gezinsinkomen, tot moeilijkheden aan leiding kan geven. Immers, het kan voorkomen, dat het inkomen korten tijd na het begin van het schooljaar ver mindert-; het zou dan onbillijk zijn, indien het oorspronkelijk inkomen het geheele schooljaar zou gelden. Spr. stelt daaiom de volgende amendementen voor lo. toe te voegen aan artikel 14 der heffingsverordening „Indien naderhand blijkt, dat het door Burgemeester „en Wethouders, ingevolge artikel 3b, laatste zin snede, geschatte inkomen te hoog is bepaald, heeft „overeenkomstige vermindering, c.q. terugbetaling, „van het schoolgeld plaats. „Ondergaat het geschatte inkomen in den loop van „het schooljaar vermindering, dan heeft op daartoe „strekkend verzoek van belanghebbende aan Bur gemeester en Wethouders, eveneens dienovereen- „komstige vermindering van schoolgeld plaats.' 2o. aan artikel 2 der invorderingsverordening, na de zinsnede: „op den eersten werkdag van iedere „maand zendt hij zoo noodig enz.", toe te voegen: „benevens een opgave van de in het le lid bedoelde „gezinsinkomens, die in den loop der maand ver andering hebben ondergaan." De VOORZITTER merkt naar aanleiding van deze amendementen op, dat het de vraag is, of de Minister zich daarmede kan vereenigen. Spr. noodigt den heer Mabelis uit, zijn amendementen schriftelijk in. te dienen, dan kunnen Burgemeester en Wethouders ze eens nauwkeurig bezien. In verband hiermede stelt Spr. voor, de verdere behandeling van dit punt der agenda tot een volgende vergadering aan te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 47