486
14 JUNI 1935.
Het onvermijdelijk gevolg van de nieuwe tarieven zal
zijn, dat het vervoer zeer sterk zal blijven beneden de
verwachtingen, met het eindresultaat, dat geen der drie
belangengroepen zal worden bevredigd en een chaotische
bedrijfstoestand als voorheen wordt bestendigd.
En zulks door de weigering van Burgemeester en Wet
houders om met voldoende krachtige hand in te grijpen en
regelend op te treden.
De meest afdoende regeling zou zijn van dit bedrijf een
gemeentelijke instelling te maken, doch betwijfeld mag worden,
gezien de samenstelling van den Raad, of deze daartoe
bereid is.
Zoolang hiertoe niet wordt besloten en vrije baan wordt
gelaten voor particulier initiatief, gaat het niet aan, hen,
die in het bedrijf hun brood moeten verdienen, van een
noodzakelijk overleg uit te sluiten.
Burgemeester en Wethouders achten te kunnen volstaan
met zich de bevoegdheid voor te behouden in te grijpen in
de werktijden der chauffeurs, doch aanwending van deze
bevoegdheid ligt slechts in hun voornemen, voorzoover
blijken mocht, dat door te lange werktijden of door onjuiste
indeeling van den werktijd de veiligheid van personen en
goederen bij het verkeer in gevaar kan worden gebracht.
Met andere woorden Het College van Burgemeester en
Wethouders wenscht de kapitalistische winsthonger niet
door haar tegenstand te breidelen, althans voor een uiterst
gering deel en de werknemers grootendeels te onderwerpen
aan de natuurlijke grenzen van menschelijke ontbering en
aan de eischen van het kapitalistisch bedrijf zelf.
Het gemis van een afdoende maatschappelijke regeling
leidt aldus noodwendig tot bedrijfscrisissen en keert men
weer terug tot het punt van uitgang.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, gezien
den stand van zaken het adres voor kennisgeving te aan
vaarden, kan door mij niet worden aanvaard.
Bij de stukken in de leeskamer werd niet aangetroffen