490
14 JUNI 1935.
De heer Van Arendonk staat blijkens zijn uit
latingen immers hij spreekt van een uitgaaf van 3 a 4
duizend gulden voor het aanschaffen van taxameters
een groot luxe-autobedrijf voor oogen, terwijl het hierbij
juist gaat om de kleine ondernemingen.
De heer VISSER merkt op, dat Burgemeester en Wet
houders het in hun prae-advies doen voorkomen alsof door de
tariefsregeling voor taxi's den chauffeurs een goed loon
gewaarborgd is. Dit is in werkelijkheid niet zoo. Immers,
als dit zoo was, dan had het al moeten blijken, want de
regeling is voor drie van de vier taxi-bedrijven reeds veertien
dagen in werking. Het blijkt ook uit de door Spr. zooeven
genoemde looncijfers. De 25 cents eerste aanslag had juist
voor de andere huurauto's, niet voor de standplaatstaxi's,
voorgeschreven moeten worden of voor beide categorieën.
Nu loopen de menschen, die van den trein komen en met
den toestand op de hoogte zijn, in plaats van naar de bij
het Station stationneerende taxi's, vijftig meter verder naar
de garage en behoeven dan geen 25 cents eerste aanslag
te betalen.
De VOORZITTER Dat is juist de zaak men moet
onderkruiping zooveel mogelijk tegengaan. Dit is echter
zeer moeilijk.
De heer VISSER merkt voorts op, dat hier geen overleg
heeft plaats gehad in den zin van hetgeen men daaronder
gewoonlijk verstaat, namelijk overleg met de vakorganisaties
in zake arbeidsvoorwaarden, loonen enz. De tusschen den
Commissaris van Politie en een hoofdbestuurder gevoerde
besprekingen kan men dan ook geen „overleg" noemen.
Er is door het personeel in de taxi- en huurauto-bedrijven
om georganiseerd overleg gevraagd, doch zulks is niet
toegestaan.