14 JUNI 1935. 499 De VOORZITTER zegt, dat daartegen geen bezwaar bestaat. De heer COHEN merkt op, dat het in de practijk hoogst bezwaarlijk zal zijn, hierbij rekening te houden met de winkels in de buurt; er kunnen winkels met dezelfde arti kelen bijkomen en dan zouden de standplaatsen moeten verdwijnen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit volstrekt niet noodig isde standplaats is er in dat geval immers het eerste. Het is trouwens de bedoeling de meeste stand plaatsen uit te geven bij het Mastboschzij zullen daar geen winkels hinderen. Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu de gevraagde machtiging verleend. 50. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarbij in overweging wordt gegeven, gunstig te beschikken op een aanvrage van het bestuur der R.K. bijzondere lagere school voor jongens aan de Kerkstraat, om beschikbaar stelling van gelden voor het aanschaffen van gordijnen en een schrijftafel, alsmede voor den bouw van W.C.'s en urinoirs. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. De VOORZITTER geeft den heer Van Keep alsnu gelegenheid tot het houden van de gevraagde interpellatie. De heer VAN KEEP zegt, dat hij zich genoopt heeft gezien, deze interpellatie aan te vragen, omdat er van de zijde van Burgemeester en Wethouders steeds is gezegd, dat de werkverschaffing door de Heide-Maatschappij goed geleid wordt, terwijl deze in feite niet anders doet dan anderen nekken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 499