14 JUNI 1935.
501
Het gat, waarin die man stond te werken, was niets dan
pap (zand en water). Hoe kan bij een dergelijke uitvoering
een behoorlijke controle zijn op de prestatie en de ver
diensten van zoo'n man of die menschen?
Bij een volgend bezoek (ik meen in Januari) constateerde
ik, dat de menschen in het eerste gedeelte van den vijver
in het water stonden te ploeteren, zooals kleine kinderen
aan het strand dat kunnen doen. Bij navraag bleek mij,
dat er geen pomp op het werk aanwezig was en zij hierop
stonden te wachten. Deze pomp zou over een week komen
en nu moesten zij maar met een schop den put leeg hoozen.
Ik meen echter, dat de loonen der arbeiders worden be
rekend naar den grond-omzet en niet naar het water.
Verder heeft het werk op mij den indruk gemaakt, dat bij
een behoorlijke werkverdeeling en methode, men niet zoo
veel last van het water zou hebben gehad als thans het
geval is geweest. Nooit heb ik de menschen in geordende
ploegen zien werken zooals dat behoort en een goed over
zicht geeft aan de leiders. In alles heeft het werk zoolang
het reeds duurt mij geërgerd; bij mijn bezoek op 24, 25
en 26 April hebben de tewerkgestelden mij hun misnoegen
kenbaar gemaakt over de behandeling door de Heide-
Maatschappij.
Het werk moet zóó worden uitgevoerd, dat de menschen
zelf zien wat zij verdienen en verdienen kunnen; men moet
hen echter het werk niet tegenmaken door de wijze zooals
er thans gewerkt wordt. Hierdoor worden zij ontevreden
en de volle schuld hiervan berust bij de slechte leiding,
die er thans is door tusschenkomst der Heide-Maatschappij.
Thans staat er een ploeg van plus minus 28 man te
werken aan het graven van een vijver. Dit gedeelte terrein
ligt er als een chaos bijde menschen staan steeds in het
water te werken doordat men dit wegpompt op de plaats
waar men naar toe werkt, zoodat men steeds het water
z.g. „over de hand" krijgt, in plaats van dit achter de
hand weg te pompen, zooals altijd gebeurt en zooals het