18 JULI 1935.
515
52. Schrijven van den Minister van Economische Zaken,
houdende mededeeling, dat de in de raadsvergadering
van 14 Juni j. 1. vastgestelde winkelsluitingsverordening
de Koninklijke goedkeuring verworven heeft.
Tegenwoordig: de heeren H. W. VENKER, J. J. C.
M. VAN KEEP, C. A. CRUL, H. VISSER, J. H. KRAIJ,
C. L. M. BRANTJES, Mr. J. PLEIJTE, A. SCHRAUWEN,
A. A. J. M. LOONEN, L. EMMELKAMP, L, G VAN
BEDAF. R. J. MARTENS, P. A. KUIJLAARS, A. C. B.
VAN ARENDONK, H. J. VAN HOUTEN, J. M.
ME1JVIS, B. COHEN, J. J. VAN BUITENEN. H. J.
VAN DER VEN, A. BROOS, Mr. E. L H. M. VAN
MIERLO, J. N. KROONE, J. A. SCHLAGHECKE,
S. KOOIJMAN en J. J. A. HOUBEN.
Afwezig: de heeren P. G. GRUIJS en A. MABELIS.
Voorzitter: de heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONS-
BEECK, burgemeester.
Secretaris: de heer B. C. JASPERS, loco-secretaris.
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede,
dat van de heeren Gruijs en Mabelis bericht is in
gekomen, dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij te
wonen, terwijl de heer Visser een voorstel van orde
heeft ingediend, luidende als volgt:
„Gezien de groote verandering in den toestand van het
„taxi-bedrijf te Breda en de consequenties daaraan ver
bonden voor het Gemeentebestuur, komt het mij nood
zakelijk voor, deze aangelegenheid nog heden te bespreken,
„met verzoek aan den Voorzitter van den Raad dit punt
„alsnog op de agenda te plaatsen."
Spr. zegt, dat tegen inwilliging van het verzoek van den