18 JULI 1935.
523
De Commissie belast met het onderzoek van de geloofs
brieven der op 27 Juni 1935 benoemd verklaarde leden
„van den Raad dezer gemeente: Mr. J. P 1 e ij t e, C. L.
„M. B r a n t j e s, A. Broos, J. J. van Buitenen,
„B. Cohen, C. A. Crul, J. F A. Elich, P. G. Gruijs
„en R. Heer, heeft de eer Uw Raad mede te deelen, dat
„zij de geloofsbrieven en de daarbij overgelegde bescheiden
„van deze benoemd verklaarde leden heeft onderzocht en
in orde bevonden en dat haar ten aanzien van geen dezer
„is gebleken, dat er eenig beletsel bestaat voor de toelating
„als raadslid, weshalve zij de eer heeft Uw Raad voor te
„stellen, bovengenoemde benoemd verklaarden als lid van
„den Gemeenteraad toe te laten."
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
te kennen gevende, noch stemming verlangende,
wordt dienovereenkomstig besloten.
De heer VAN KEEP rapporteert, namens de sub 2
genoemde commissie, het volgende
„De Commissie, belast met het onderzoek van de geloofs
brieven der op 27 Juni j.l. benoemd verklaarde leden van
„den Raad dezer gemeenteH. J. van Houten, Mr. F.
„B. I. M. J a n s 3 e n s, G. T. de Jong, J. J. C. M. van
„Keep, S. Kooijman, J. N. Kroone, P. A. Kuijlaars,
„A. A. J. M. Loonen en A. Mabelis Sr., heeft de
„eer Uw Raad mede te deelen, dat zij de geloofsbrieven
„en de daarbij overgelegde bescheiden van deze benoemd
„verklaarde leden heeft onderzocht en in orde bevonden
„en dat haar ten aanzien van geen dezer is gebleken, dat
„er eenig beletsel bestaat voor de toelating als raadslid,
„weshalve zij de eer heeft Uw Raad voor te stellen, boven-
„genoemde benoemd verklaarden als lid van den Gemeente-
„raad toe te laten."
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
te kennen gevende, noch stemming verlangende-
wordt dienovereenkomstig besloten.