530 18 JULI 1935. missie van toezicht hebben. Volgens deze lezing zou dus de heer Cohen om als overig meerderjarig inwoner in de Commissie zitting te kunnen nemen geen kind op de lagere school moeten hebben. In verband hiermede is Spr. van oordeel, dat er alle aanleiding is om de verdere be handeling van deze aangelegenheid aan te houden tot de volgende vergadering. Burgemeester en Wethouders zulien de zaak intusschen onderzoeken en van het resultaat van dat onderzoek mededeeling doen aan den Raad; daaruit zal dan blijken, of de heer Cohen in dit geval al dan niet verkiesbaar is. Daarop wordt besloten, de verdere behandeling van deze aangelegenheid aan te houden tot de volgende vergadering. 22. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarbij in overweging wordt gegeven afwijzend te be schikken op een verzoek van den gemeente-geneesheer in algemeenen dienst, dr. F. C. M. Hofman, om nog tot 1 November 1936 in functie te mogen blijven, luidende als volgt: „In verband met bijgaand verzoek van Dr. F. C. M. „H o f m a n, hebben wij de eer U mede te deelen, dat op „22 Augustus a. s. deze functionaris den leeftijd van 65 „jaren zal bereiken, zoodat hem met ingang van 1 Sep tember a. s., ingevolge art. 93 sub 1 van het ambtenaren- „reglement ontslag moet worden verleend. „Sub 2 van genoemd artikel, geeft Uw College de be voegdheid om in bijzondere gevallen den duur der dienst betrekking na dien datum nog te verlengen. „In dit geval, dat naar onze meening niet als een „bij- „zonder geval" is aan te merken, komt het ons niet juist „voor aan het verzoek te voldoen. De verlenging wordt „alleen gevraagd om het door de Pensioenwet voorge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 530