532
18 JULI 1935.
De heer COHEN had aanvankelijk gedachtdr. H of m a n
heeft den 65-jarigen leeftijd bereiktde tijd is dus voor
hem aangebroken om den gemeente-dienst te gaan verlaten.
Maar, nu de heer L o o n e n over achterstand bij den
G.G.D. heeft gesproken
De VOORZITTER Daar is geen kwestie van
De heer COHEN Nu ja, de dienst is toch overbelast
dat hebben Burgemeester en Wethouders de vorige maal
zelf erkend. Daarbij komt, dat dr. Hofman de dupe is
geworden van het z.g. geneeskundig conflicthij komt
daardoor namelijk eenige maanden diensttijd te kort om in
aanmerking te komen voor pensioen. Alles bij elkaar ge
nomen, zou Spr., als er geen overwegend bezwaar tegen
is, het verzoek van dr. Hofman willen zien ingewilligd.
Het is wel meer gebeurd, dat een ambtenaar, na den 65-
jarigen leeftijd bereikt te hebben, nog eenigen tijd in functie
is gebleven, b.v. de vorige directeur van de Gemeente-
Reiniging.
De heer KROONE vindt het onbillijk tegenover dr.
Hofman om zijn verzoek af te wijzen. Men is ook andere
ambtenaren op dit punt ter wille geweest. Spr. wil daarom
aan het verzoek van dr. Hofman tegemoet komen.
De heer BROOS zegt, dat er altijd wel een aanleiding
gevonden kan worden om iemand na den 65-jarigen leeftijd
nog in functie te houden. Dr. Hofman had de dienstjaren
1910-1923 gemakkelijk kunnen inkoopenhet is dus zijn
eigen schuld, dat hij thans niet pensioengerechtigd is. Als
de samenstelling van den G.G.D. bleef, zooals zij thans is,
dan zou Spr. er geen bezwaar tegen hebben, dat dr. Hof
man langer in functie bleef, maar nu er een nieuwe kracht
bijkomt, gaat het niet aan, de gemeentekas te laten op
draaien voor hetgeen men indertijd heeft verzuimd te doen.