534 18 JULI 1935. den G.G. en G.D. uitdrukkelijk vermeld, dat dit noodig was in verband met het bereiken van den 65-jarigen leeftijd door dr. Hofman en dat de nieuwe 2de gemeente-genees heer o.m. het werk van dr. Hofman zou krijgen Men zou dus geen emplooi voor den heer Hofman hebben, want van achterstand is geen sprakezooiets is uit den aard van de zaak niet mogelijk bij een geneeskundigen dienst. Uit een en ander ziet men dus, dat een langer in dienst houden van dr. Hofman een al te royaal omspringen met geld 20U zijn. Burgemeester en Wethouders volharden dan ook bij hun prae-advies. Ten slotte waarschuwt Spr. nog voor de consequenties, welke uit een inwilliging van het verzoek ten opzichte van andere ambtenaren zouden voortvloeien. De heer PLEIJTE geeft toe, dat, als er eigen schuld in het spel is, er geen reden zou zijn om het verzoek in te willigen, maar dr. Hofman heeft niet alléén schuld aan het niet-inkoopen van den vroegeren diensttijd Dat er geen emplooi voor dr. Hofman zou zijn bij een langer in dienst blijven, kan Spr. niet aannemen dr. H o f m a n's taak be stond voor het grootste deel uit controlede nieuwe gemeente-geneesheer zou niet daarmede belast worden het lijkt Spr. dus toe, dat er nog wel werk voor dr. Hofman zou zijn. De heer COHEN zegt, dat nu hij vernomen heeft, dat dr. Hofman bij langer in dienst blijven overbodig zou zijn, de zaak voor hem een ander aspect heeft verkregen. Spr. zal nu voor het prae-advies van Burgemeester en Wethouders stemmen. De heer KROONE heeft den vorigen keer den indruk gekregen, dat de taak van den nieuwen gemeente-geneesheer niets te maken had met de functie, welke dr. Hofman uitoefent.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 534