18 JULI 1935. 535 De heer LOONEN verklaart, dat hij, gehoord de toe lichting van de zijde van Burgemeester en Wethouders gegeven, ook er toe zal overgaan voor het prae-advies van Burgemeester en Wethouders te stemmen. Wethouder VAN MIERLO merkt nog op. dat de heer P 1 e ij t e heeft gezegd, dat het niet alleen de schuld van dr. Hof man was, dat hij zijn vroegeren diensttijd niet heeft ingekocht. Afgezien van wat er gebeurd is in de jaren van het geneeskundig conflict (hetwelk Spr. in deze kwestie geheel buiten beschouwing wil laten) is het niet voor tegenspraak vatbaar, dat het niet-pensioengerechtigd- zijn van dr. Hofman zijn oorzaak vindt in het niet- inkoopen van zijn pensioen, iets wat zoo goed als alle ambtenaren destijds wèl hebben gedaan. Spr. toont verder uit het voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot benoeming van een tweeden gemeente geneesheer hetwelk in de vorige vergadering behandeld is aan, dat die benoeming wel degelijk verband hield met het ontslag van d r. Hofman. Het prae-advies van Burgemeester en Wet houders wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 23 tegen 2 stemmen. Voor: de heeren Venker, Van Keep, Crul, Visser, Kraij, Brantjes, Loonen, Emmelkamp, Van Bedaf, Martens, K u ij laars. Van Aren- donk, Van Houten, Me ij vis, Cohen, Van Buitenen, Van der Ven, Broos, Van Mierlo, Kroon e, Schlaghecke, Kooijman en Houben. Tegen: de heeren Pleijte en Schrauwen. 23 Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het verleenen van eervol ontslag, met ingang van 1 September

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 535