536
18 JULI 1935.
1935, aan den gemeente-geneesheer in algemeenen dienst
dr. F. C. M. Hofman.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om te
besluiten, het benoemen van een tweeden gemeente-genees
heer bij den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezond
heidsdienst aan hen op te dragen, luidende als volgt:
„In Uwe vergadering van 14 Juni j. 1. (zie gedrukte
„notulen blz. 469 e.v.) werd overeenkomstig ons voorstel
„o m. besloten tot de indienstneming bij den gemeentelijken
„geneeskundigen- en gezondheidsdienst van een 2en ge-
„meente-geneesheer (half-ambtenaar) op een salaris van
„f 4000,—
„Hoewel zulks destijds reeds de bedoeling was is in dit
„voorstel niet tot uitdrukking gekomen de benoeming van
„dezen functionaris te doen geschieden door ons college.
„Mitsdien hebben wij de eer U voor te stellen daartoe
„alsnog, overeenkomstig het bepaalde in artikel 179 der
„gemeentewet, te besluiten."
De heer LOONEN heeft bezwaar tegen dit voorstel.
Het betreft hier een belangrijke functie, waaraan een wedde
van f4000,verbonden is; Spr. wil het recht van be
noeming in deze aan den Raad laten.
De heer VAN HOUTEN verklaart, dat zijn fractie ook
bezwaar heeft tegen de voorgestelde delegatie. Den laatsten
tijd trekt het College van Burgemeester en Wethouders
toch al veel naar zich toe, zoodat hij het niet verstandig
vindt, deze delegatie te verleenen.
De VOORZITTER zegt, dat, als de Raad de benoeming
aan zich wil houden, Burgemeester en Wethouders daarmede