542
18 JULI 1935.
De VOORZITTER deelt mede, dat er ook staatjes van
de door ambtenaren gemaakte overuren bestonden. Het
College heeft mede op grond van die gegevens dit voorstel
gedaan Daarbij is geen rekening gehouden met de hoe
grootheid der salarissen van de betrokkenen. Burgemeester
en Wethouders vinden het alleszins gerechtvaardigd, deze
gratificaties te verleenen.
Wethouder VAN MIERLO wijst nog eens op de be
palingen van het Ambtenarenreglement, welke betrekking
hebben op de uitbetaling van overuren en verklaart het
onbillijk te vinden, dat ambtenaren met een salaris boven
f 3000,geen overuren vergoed kiijgen.
De heer CRUL: Waarom heeft men die bepaling dan
opgenomen
De VOORZITTER antwoordt, dat men een grens moest
stellen, doch in bijzondere gevallen is het billijk daarvan
af te wijken. Burgemeester en Wethouders meenden daarom
in den geest van het reglement te handelen door dit
voorstel te doen.
De heer KROONE verklaart een oogenblik gedacht te
hebben: Moet nu wel aan den Directeur met zijn hooge
salaris een gratificatie gegeven worden? Maar, gezien net
feit, dat het College van Burgemeester en Wethouders niet
royaal is ten opzichte van de ambtenaarssalarissen, is hij
tot de overtuiging gekomen, dat dit voorstel wel gerecht
vaardigd zal zijn.
De heer BROOS zegt, dat hij niet alleen voor het geven
van gratificaties aan iver/flieden is Zijn bezwaar tegen dit
voorstel is slechts gelegen in het feit, dat het aantal over
uren voor ieder der betrokken ambtenaren niet duidelijk
aanwijsbaar is. Nu zeggen Burgemeester en Wethouders