18 JULI 1935. 543 wel, dat zij de bedragen der gratificaties hebben vastgesteld aan de hand van staatjes van overuren, doch dan zou de Directeur het meeste overwerk hebben verrichtDit komt Spr. wel zeer onwaarschijnlijk voor. Hij geeft dan ook in overweging, alleen aan diegenen een gratificatie toe te kennen, van wie het aantal gemaakte overuren duidelijk aanwijsbaar is. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop in stemming gebracht en aange nomen met 16 tegen 8 stemmen. Voor: de heeren V e n k e r, Van Keep, K r a ij, Brantjes, Pleijte, Schrauwen, Loonen, Emmel-, kamp, Kuijlaars, Van Arendonk, Meijvis, Cohen, Van Mierlo, Kroon e, Schlaghecke en Kooijman. Tegen: Cru!, Visser, Van Bedaf, Martens, Van Houten, Van der Ven, Broos en Houben. Wethouder Van Buitenen was bij deze stemming niet tegenwoordig. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch in hooger beroep te gaan tegen het interlocutoir vonnis, door de Arrondissements Rechtbank, alhier, gewezen in de zaak van de Weduwe Dirven contra de gemeente Breda. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 28. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende twee aanvullingskohieien, be treffende de straatbelasting over het dienstjaar 1935.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 543