18 JULI 1935.
551
,van 19.151,67. Wordt het contract gehandhaafd, dan zal
.buitendien nog een bedrag van rond 21.000,plus rente
,zijn op te brengen.
„Ons College is met de N. V. van meening, dat betaling
,van deze sommen, gezien de bedrijfsresultaten, niet te ver-
wachten is en tevens uit een oogpunt van instandhouding
,van een werkgelegenheid voor Bredasche arbeiders niet wen-
„schelijk.
„Het wees daarom de N. V. op de mogelijkheid, die het
„contract laat, de optie op de terreinen op te zeggen en
.daarmede de rentebetaling te doen eindigen tegen een scha-
„deloosstelling gelijk aan de interest over de twee jaren, vol
gende op de opzegging. Gezien het tweevoudige uitstel van
„betaling, door den Raad verleend, zou de N. V. bij opzeg
ging verschuldigd zijn een bedrag van 9159,30, bestaande
„uit 2 jaren intrest over den termijn 1 Mei 1935 tot 1 Mei
„1937 plus rente.
„De N. V. meende, dit bedrag niet te kunnen opbrengen
„en stelde voor daarop een reductie van 50 te verleenen,
„zoodat zij dan een som van 4579,65 had te betalen. Daar
„de machinefabriek vroeger reeds 7660,66 heeft betaald,
„zou zij dan in totaal 12240,31 voor de optie aan de ge-
„meente hebben vergoed.
„Bij de beoordeeling van de vraag of dit aanbod voor de
„gemeente aanvaardbaar is, mag worden overwogen, dat de
„gemeente, zoolang de optie beeft geduurd, geen aanvraag
„voor de onderhavige terreinen heeft gehad, zoodat dus door
„het verleenen der optie moeilijk van eenige schade voor de
„gemeente kan worden gesproken.
„Wij zijn van meening, dat wij U tot aanneming van dit
„voorstel kunnen adviseeren, mede om daardoor te trachten
„een voor de Bredasche arbeiders altijd nog vrij belangrijke
„werkgelegenheid te behouden.
„De machinefabriek blijkt er prijs op te stellen, dat de
„grond niet aan derden zal worden verkocht, alvorens zij in
„de gelegenheid wordt gesteld haar te koopen. Tegen dit
