18 JULI 1935. 557 ,,den heer Van Keep niet aanwezig schijnt te zijn geweest, ,,8 dagen eerder op het werk was geweest, waardoor men ..niet gedurende eenige dagen op min of meer gebrekkige ..wijze zich van het overtollige water had te ontdoen. Het ..ligt voor de hand, dat het niet wel mogelijk is om alleen „met een pomp alle water op een werk als het onderhavige „weg te werken; dit kan alleen geschieden, wanneer gebruik „wordt gemaakt van een damwand of kostbare bronbemaling. „Voor een dergelijke vrij kostbare wijze van werken bestond „ten deze geen aanleiding. Het is wel voorgekomen, dat „arbeiders, zij het met laarzen aan, eenigen tijd bij hun werk „in het water hebben gestaan, doch dat vond dan ook wel „zijn oorzaak in de omstandigheid, dat een of ander kwaad willende tewerkgestelde een aanwezig zijnd dammetje, dat „voor zijn mede-arbeiders het water moest tegenhouden, te „vroeg doorstak. Behoudens enkele niet belangrijke verschil den van meening, zooals op elke werkverschaffing wel voor komen, en welke door besprekingen tusschen den Inspecteur „der Werkverschaffing, den Wethouder van Openbare „Werken, Directie, uitvoerders en vertegenwoordiger der te- „werkgestelden aanstonds konden worden opgehelderd of uit „den weg geruimd, zijn nimmer klachten over de behandeling „van de arbeiders tot den Inspecteur der Werkverschaffing „of tot ons College gekomen. In dit verband zij gememoreerd, dat het is voorgekomen, dat een der tewerkgestelden, ge- „hoord over een ontstaan verschil van meening, tijdens een „bespreking ten slotte uit eigen beweging mededeelde, dat de „geest en de arbeidslust van enkele van zijn mede-arbeiders „op het werk verre van goed was, hetwelk door den uit voerder moest worden bevestigd. Het doet overigens eigen aardig aan, dat „de" tewerkgestelden op 24, 25 en 26 April „aan den heer Van Keep hun misnoegen hebben kenbaar „gemaakt over de behandeling door de Heide-Mij., terwijl „zulks niet geschiedde bij die personen of organen (Burge meester en Wethouders, Inspecteur Werkverschaffing, Com missie voor steunverleening en werkverschaffing), die het „eerst aangewezen zijn om ingediende klachten te onderzoe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 557