562
18 JULI 1935.
put gegraven; het is dus niet te verwonderen, dat men last
van water heeft gekregen.
3. „Men zou er niet aan denken een dergelijk werk ge
durende den winter uit te voeren, hadde het hier geen werk
verschaffing gegolden."
Mijnheer de Voorzitter, ik kan het bezwaar hiervan niet
inzien, omdat er met den prijs rekening gehouden is en er
het groote voordeel in zat, dat, wanneer het werk op 1 Maart
klaar was geweest wat de datum van oplevering was
het park nog dit voorjaar bemest en beplant had kunnen
worden.
4. „Voorts is gebleken, dat het werk lang niet overal tijdig
was uitgezet, waardoor een zoo goed mogelijke en economische
werkverdeeling onder de aanwezige arbeiders niet kon plaats
vinden."
Zoo schijnt op Maandag 3 Juni j.l. het laatste gedeelte van
den vijver te zijn uitgezet. Blijkt hieruit nu niet duidelijk de
onkundigheid van de uitvoering, berustende bij de Heide-
Maatschappij: eerst een vijver gaan graven en drie maanden
na den tijd van de oplevering van het geheele werk gaat men
den vijver uitzetten!
5. „De oevers van den vijver werden oorspronkelijk af
gewerkt op een hoogte van 1 M. A.P. Nadat eenigen tijd
aldus was gewerkt, werd er een wijziging in de profileering
aangebracht, waardoor een deel der helling opnieuw moest
worden bewerkt."
Hieruit blijkt alweer de eigenzinnigheid van den uitvoerder
(de Heide-Maatschappij)namelijk, het niet tijdig overleg wil
len plegen met de Directie.
6. „De toestemming van het betrokken waterschap om de
voor dit werk noodige veranderingen aan te brengen aan de
Zaanmark kwam eerst vrij laat af."
Aan de Zaanmark behoefde practisch geen verandering te
worden aangebracht, want deze liep langs-door den geprojec-
teerden vijver, zoodat zij zoolang kon blijven bestaan tot den
geheelen vijver was uitgegraven, op de wanden van de Zaan
mark na. Maar wat is men nu gaan doen? Men is de Zaan-